“U moet haar los laten”, sprak de arts tegen de echtgenoot van mijn cliënte. Maar loslaten deed hij niet. Vrij laten wel. En wat hij deed, is precies wat ik doe.
De thuiswonende mensen met dementie die ik begeleid zijn volwassenen. Ze hebben een leven lang voor zichzelf en anderen gezorgd. Nu zorg ik voor hen. Ik begeleid hen in hun dagelijkse handelingen: het opruimen van hun spulletjes, opmerken dat iemand zich nog even moet scheren, het wijzen naar de toilet, zoeken naar ‘verdwenen’ spulletjes en het ondernemen van leuke activiteiten.
Waar mogelijk laat ik mijn cliënten dingen zelf doen. Dus ruimt mevrouw zelf de vaatwasser uit en als bordjes dan misschien niet exact op de goede plek in de kast terecht komen, dan vind ik dat niet erg. Ik laat haar vrij. Maar als ze thee zet met een vaatwastablet, dan grijp ik in. Ik laat haar niet los.
Wil meneer liever niet naar de kerk maar de dienst op televisie kijken? Net zo goed. Ik laat hem vrij. Maar als hij boterhammen in de koelkast wil ontdooien, dan wijs ik hem even op de magnetron. Ik laat hem niet los.
Eén van mijn cliënten waar ik een hele dag per week kom, trok onlangs om vier uur ’s middags alle gordijnen dicht en kondigde aan “naar huis” te gaan. Ik stelde voor nog even op haar man te wachten, die zou immers binnen drie kwartier thuis zijn. Maar na vijf minuten trok ze haar jas aan. “Nou, dan loop ik een eindje met u op,” sprak ik en we zijn gegaan. Haar vertellen dat ze al thuis is en haar krampachtig binnenhouden zou geen enkele zin hebben gehad. Bij een aantal kruisingen probeerde ik haar juist die afslag te laten nemen die ons weer naar huis zou leiden, maar daar trapte ze mooi niet in. Dus liepen we verder, arm in arm, waarheen precies wist ik niet. We waren samen en zij dus veilig. Ik laat haar vrij, maar niet los*.
* Na ruim een half uur reed haar echtgenoot ons toevallig tegemoet. Ik zag hem, zwaaide en hij pikte ons op. Vlakbij de plek waar we waren bleek het huis te staan waar zij zo’n 45 jaar daarvoor hadden gewoond. Daar loopt mevrouw soms naar toe.